Tarwezemelen
Tarwezemelen zijn de plantaardige, beschermende omhulsels van tarwekorrels. Dit nevenproduct ontstaat in rijkelijke hoeveelheid wanneer tarwe tot meel wordt gemalen.
Volgens European Flour Millers bestaan er in Europa ongeveer zeshonderd soorten meel. Het percentage tarwezemelen varieert naargelang het soort tarwe en het type meel dat wordt geproduceerd (wit of volkoren). Naar schatting bedraagt het percentage zemelen dat tijdens het vermalen van tarwe in theorie vrijkomt en voor verschillende toepassingen kan worden gebruikt tussen 15 en 25%.
Tarwezemelen worden voornamelijk gebruikt in diervoeder en levensmiddelen.
In 2016 produceerde België 1,4 miljoen ton tarwe, waarvan 906.640 ton in Wallonië en 489.224 ton in Vlaanderen. Frankrijk was op zijn beurt goed voor meer dan 29 miljoen ton.
Bronnen: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Statistieken; Agreste, Frans ministerie van Landbouw en Voeding.
Oppervlakteactieve stoffen
In 2012 bedroegen de Europese en mondiale markten voor oppervlakteactieve stoffen respectievelijk ruim 2,5 miljoen ton en 12,9 miljoen ton. Oppervlakteactieve stoffen zijn aanwezig in huishoudelijke en industriële reinigingsmiddelen, net als in tal van cosmeticaproducten en gewasbeschermingsmiddelen.
Terwijl oppervlakteactieve stoffen op basis van petrochemische ingrediënten in 2012 goed waren voor 70% van de wereldwijde productie, bedroeg het aandeel plantaardige oppervlakteactieve stoffen – dus op basis van hernieuwbare bronnen – 30%. Deze tweede categorie wekt steeds meer belangstelling omdat ze biologisch afbreekbaar zijn en onschadelijk zijn voor mens en milieu in overeenstemming met de richtlijnen aangaande de biologische afbreekbaarheid van oppervlakteactieve stoffen en REACH (Registration, Evaluation, Authorisation and restriction of Chemicals). Dat laatste is het Europese regelgevingskader dat in 2007 van kracht werd en als doel heeft om gevaarlijke chemicaliën door veiligere alternatieven te vervangen.
Bron: ADEME, agentschap voor milieu en energiebeheer.